Fictiekaelybannink.jouwweb.nl

Poëzie

Mijn woorden

 De letters op perkament,
Zullen mijn woorden maken.
Mijn verhaal op geschreven,
Het weet mij te raken.
En laat het mij weer even beleven.

Nu staat het op perkament,
Met letters,
Mijn woorden beschreven.

Ik moet weer kunnen vertrouwen.
Want juist op dit moment,
Weet ik dat ik moet kunnen bouwen.

Op een vriend die mij echt kent.

 

 

Echte vrienden

 

Echte vrienden steun je!
Echte vrienden daarop leun je!
Echte vrienden voor het leven!
Echte vrienden echt niet voor even!

Echte vrienden neem je in vertrouwen!
Echte vrienden laat je niet in haar tranen brouwen!
Echte vrienden steun je door goede en slechte tijden!

Echte vrienden daar ga je voor strijden!
Echte vrienden laat je niet stikken!
Echte vrienden daar kun je de pijn voor wegslikken!

 

 

 

Vrienden

Vrienden zijn er om je te steunen,
om jou te troosten en tegen ze aan te leunen.
Vrienden zijn er om jou te helpen,
die jou pijn voor even doet verhelpen.

Vrienden zijn er om jou blij te maken,
om jou kwaadheid weg te kraken.
Vrienden zijn er om jou lief te hebben,
en zullen alles voor jou overhebben.

Vrienden zijn er om jou niet te bedriegen,
vrienden zullen ook nooit tegen jou liegen.
Vrienden zijn er om jou tips te geven,
en zullen jou alles wat je gedaan hebt vergeven.

Ware vrienden leer je kennen met de tijd,
ook al doe je iets verkeerd,
ze willen je niet kwijt.

 

 

Zoveel vrienden

A  Zoveel vrienden die ik heb,
A  Zoveel vrienden zijn nep.

A  Zoveel vrienden die zeggen dat ik ze kan vertrouwen,
A  Zoveel vrienden waar blijkt dat ik niet op ze kan bouwen.

A  Zoveel vrienden, maar weinig echt.
A  Zoveel vrienden, waren ze maar oprecht.

A  Vrienden, op wie ik kan steunen.
A  Vrienden, waar ik altijd tegen aan kan leunen.
B  Vrienden, waar ik altijd bij terecht kan.
B  Zulke vrienden, daar hou ik van.

A  Die vrienden, die mij niet laten staan,
A  Die vrienden, die mij niet laten gaan,
B  Dat zijn vrienden, waar ik van hou,
B  Dat zijn echte vrienden, die ik vertrouw.

 

 

Vragen bij het laatste gedicht:

 

  1. Wat is het onderwerp van het gedicht? (in een paar woorden)

-        Het onderwerp van het gedicht is vriendschap.

 

 

2. Wat is de hoofdgedachte van dit gedicht? (wat is de boodschap)

-        De boodschap in dit gedicht is, ook al heb je heel veel vrienden, vaak zijn er maar een paar die je echte vrienden kunt noemen. Die er ook zijn in moeilijke tijden. En die je ook echt kunt vertrouwen.

 

 

3. Zit er rijm in het gedicht, bijvoorbeeld eindrijm? Geef een voorbeeld?

-        Ja, er zit ruim in het gedicht.

In het 1e, 2e en 3e couplet begint het met het woord ‘zoveel’. Dat is beginrijm. (een anafoor).

 

-        Ook zit er eindrijm in elk couplet. Het laatste woord ruimt dan ook op het laatste woord van de daar op volgende zin. Bijvoorbeeld het 1e couplet: ‘heb’ en ‘nep’.

 

 

4. Zit er herhaling in het gedicht, zo ja geef voorbeelden.

-        Ja, het 1e, 2e en 3e couplet beginnen met het woord ‘zoveel’. Bij het 4e couplet beginnen de 1e drie zinnen met het woord ‘vrienden’. In het laatste couplet beginnen de 1e twee regels met ‘die’ en de laatste 2 regels met dat.

 

 

5. Geef het rijmschema aan van een couplet of een refrein (bijvoorbeeld AA, BB, CC, enz.)

-        Ik heb een rijmschema bij het hele gedicht gemaakt. Zie gedicht.

 

 

6.     Zit er beeldspraak in het gedicht? (iets dat bijvoorbeeld een bepaald gevoel aangeeft). Schrijf dit voorbeeld op.

-        Ja, er zit beeldspraak in. De schrijver wil laten voelen dat je ook vrienden hebt die er voor je zijn in goede en slechte tijden.

 

 

7.     Zit er alliteratie (medeklinkerrijm) of assonantie (klinkerrijm) in bepaalde zinnen? Schrijf de voorbeelden op.

-        In de zin ‘Die vrienden, die mij niet laten staan’ zit een alliteratie in. Namelijk de ‘n‘ van ‘laten’ en ‘staan’.

-        In de zin 'Die vrienden, die mij niet laten gaan' zit een alliteratie in. Namelijk de ‘n’ van ‘laten' en 'gaan'

 

-        In de zin ‘Zoveel vrienden die zeggen dat ik ze kan vertrouwen'  zit een assonantie. Namelijk de ‘a’ van ‘dat’ en ‘kan’.

 

 

 

8.     Wat is de tegenstelling die in het gedicht terug komt?

-        In de zin ‘Je hebt veel vrienden maar je kan niet iedereen vertrouwen’ zit een tegenstelling. Je denkt meestal wel dat je vrienden kunt vertrouwen.

-        In de zin ‘Zoveel vrienden, maar weinig echt’ zit ook een tegenstelling. Je gaat er vanuit dat je vrienden ook je echte vrienden zijn.